U bent hier:
Home
>
Uitgebreide informatie Mops
> Gedrag en Levensruimte van de Mops
Gedrag en Levensruimte van de
Mops
De Mopshond is bij tijd en wijle het onderwerp geweest
van forse kritiek. Dat hij op sommigen kribbig, chagrijnig of slecht
gehumeurd overkomt, kan wellicht aan zijn uiterst gevoelige karakter
worden toegeschreven. Hij houdt voortdurend alle gebaren en het doen en
laten van zijn baas in de gaten. Als deze hem aan zijn lot overlaat, hem
bijvoorbeeld niet voldoende betrekt in het gebeuren van alledag of hem
alleen laat, dan is de Mops helemaal van streek. Dat laat hij echter
niet merken, want hij dringt zich niet op. Hij verwerkt zijn
teleurstelling dus in stilte. In het gezelschap van onbekenden heeft hij
niets van de snoever die hij lijkt te zijn. Hij is eerder verlegen dan
arrogant, hoewel veel mensen het omgekeerde van hem denken. Omdat hij
verlegen is, zal hij zich wat afstandelijk en wantrouwig gedragen. Er
zijn exemplaren die onverschillig blijven onder de liefkozingen van
onbekenden. Ze bewaren hun genegenheid voor de mensen die ze kennen.
Daarom kan de Mopshond ook best een goede waakhond zijn. Maar er zijn
ook exemplaren die zich tegenover iedereen heel spontaan en aanhankelijk
gedragen. Die gaan uit zichzelf bij bezoekers op schoot zitten als die
belangstelling voor ze blijken te hebben.
De Mopshond houdt dus wel van mensen, maar hij is ingetogen
en laat zijn genegenheid niet direct merken door opvallend geestdriftig
gedrag. De mensen die op grond van zijn gerimpelde uiterlijk denken dat hij
een mopperpot en een zeurpiet is, geven er blijk van dat zij niets van
honden weten en begrijpen. Er is namelijk weinig kennis van honden in het
algemeen of van Mopshonden in het bijzonder voor nodig, om te merken dat hij
uitzonderlijk sympathiek, open en speels is. Maar hij heeft nu eenmaal een
kalme en zachte aard. Zijn gevoel voor comfort doet haast Brits aan, maar
herbergt ook een zweem van oosterse wijsheid. Door al die karaktertrekken is
de Mopshond een uitstekende gezelschapshond.
Hij laat zijn enigszins rauwe, en voor zo'n kleine hond vrij
ernstige stem zelden horen. Maar hij is niet stom: hij bromt of, liever
gezegd, hij spint. Zijn baas merkt aan de manier waarop hij spint hoe hij
zich voelt. Net als alle andere honden die een heel korte snuit hebben,
heeft de Mopshond de neiging om te snurken. In de regel wordt dat echter
niet als storend ervaren, tenminste niet door de mensen die van hem houden.
Wat zijn gezondheid betreft, is de Mopshond niet broos, zwak
of problematisch. Wel zijn er een paar punten die speciale aandacht
behoeven. Zijn ogen bijvoorbeeld, zijn kwetsbaar omdat ze groot en bol zijn
en aan de voorkant van het gezicht staan. Verder kunnen er in de
gezichtsrimpels infecties ontstaan. Daarnaast mag deze hond niet te veel
bewegen, vooral niet als het zonnig of warm, drukkend weer is. Dat neemt
niet weg dat er heel gezonde Mopshonden in bijvoorbeeld Zuid-Frankrijk
wonen, waar het voor het grootste deel van het jaar warm en zonnig is. Men
moet gewoon goed opletten dat de Mopshond zich in zulk weer niet te veel
inspant.
Mopshonden hebben een abrikooskleurige, een zilvergrijze of
een zwarte vacht. De twee eerstgenoemde kleuren gaan gepaard met een zwart
masker, een aalstreep over de rug, een duimafdruk of 'diamant' op het
voorhoofd, en zogenaamde moedervlekken op de wangen. Deze aftekeningen maken
het gelaat van dit hondje erg uitdrukkingsvol. Er is uiterlijk weinig
verschil tussen een reu en teef. De reu is gewoon iets zwaarder.
Hoewel hij heel lang de gezelschapshond van vorsten is
geweest, is de Mopshond een vrij sobere hond met een evenwichtige aard. Hij
is gemaakt voor het leven in de stad, loopt nooit in de weg, voelt zich in
een drukke winkelstraat net zo goed thuis als in de tuin, is lief voor
bezoekers, en veroorzaakt geen overlast. Mensen die met deze hond in
aanraking komen, leren hem al snel waarderen. De echte hondenliefhebbers
zullen zich eveneens tot hem aangetrokken voelen. Hij is heel geschikt voor
iemand die beslist geen opdringerige hond wil hebben, maar wel een hond die
door zijn gevoeligheid en geheugen veel begrip heeft voor de gevoelens en
stemmingen van zijn baas. Als zijn baas dan ook nog tegelijkertijd zijn
kameraad is, zal de Mopshond op een weliswaar ingetogen manier zijn
onvoorwaardelijke trouw laten blijken.
bron: mijn hond, mijn vriend
|